Historie
Dhr. Hub Brassé uit Ulestraten is gestart met het transporteren van melk tussen boeren in de omgeving en de melk fabriek te Ulestraten. In 1935 is het bedrijf uitgebreid met de handel in brandstof, kolen wel te verstaan. Kolen waren de belangrijkste brandstof in de jaren ’30, waar Limburg haar welvaart aan te danken heeft. Zowel de melk als de kolen werden in der tijd met paard en wagen getransporteerd en ’s Winters werd zelfs gebruik gemaakt van een slee om de kolen tijdig bij de klanten te bezorgen. In de zomer maanden lag de nadruk op melk transporten en ’s winters op kolen transporten.
In 1946 werd de oude plateau wagen met ijzeren wielen vervangen door een nieuwe plateau wagen met luchtbanden, die in 1950 voorzien is van een kap tegen de koude en gure weersomstandigheden. In 1953 werd een Willy’s Jeep gekocht omdat de melkfabriek in Ulestraten haar deuren moest sluiten. De Jeep trok de plateau wagen naar de melkfabriek in Beek en kon meer transporten per dag verrichten. Inmiddels beschikte de oudste zoon over een vrachtauto rijbewijs.
In 1946 werd de oude plateau wagen met ijzeren wielen vervangen door een nieuwe plateau wagen met luchtbanden, die in 1950 voorzien is van een kap tegen de koude en gure weersomstandigheden. In 1953 werd een Willy’s Jeep gekocht omdat de melkfabriek in Ulestraten haar deuren moest sluiten. De Jeep trok de plateau wagen naar de melkfabriek in Beek en kon meer transporten per dag verrichten. Inmiddels beschikte de oudste zoon over een vrachtauto rijbewijs.
Door de groeiende brandstofhandel en verhoging van melktransporten werd in 1958 een Chevrolet vrachtwagen gekocht. Hiermee werd het vrachtauto rijbewijs uitgebuit en kon het grote werk als fruit transporten aangepakt worden.
In 1963 werd een nieuwe Bedford gekocht die nog altijd het parade paardje van de firma Brassé Transporten mag zijn.
In 1968 kwam het bedrijf in handen van Dhr. Paul Brassé. De 2de generatie is een groot ondernemend persoon en koopt in het opvolgende jaar een DAF erbij, ook wel ‘de korte’ genoemd. Met deze DAF kon ook zand en grind vervoerd worden.
In 1963 werd een nieuwe Bedford gekocht die nog altijd het parade paardje van de firma Brassé Transporten mag zijn.
In 1968 kwam het bedrijf in handen van Dhr. Paul Brassé. De 2de generatie is een groot ondernemend persoon en koopt in het opvolgende jaar een DAF erbij, ook wel ‘de korte’ genoemd. Met deze DAF kon ook zand en grind vervoerd worden.
In 1970 werden plannen gerealiseerd over de al lang besproken overslagloods. In 1974 werd de bouw voltooid en tevens een nieuwe vrachtauto aangeschaft. Met de bijnaam ‘de lange’ was hij uitstekend geschikt voor alle werkzaamheden binnen het transportbedrijf. Zijn lange open laadbak en een plateau boven de cabine maakte hem geschikt voor hooi, stro, fruit, kolen en melk te vervoeren en agrarische distributie.
Het almaar groeiende transportbedrijf was opzoek naar een snellere manier voor het laden en lossen van de vrachtauto’s. Daarnaast beschikte een groot deel van de klanten niet over laadperrons/laadbordessen wat het laden en lossen beïnvloedde. Al snel kwam men terecht bij de firma KooiAap uit Friesland. Hier werd in 1976 een meeneemheftruck gekocht (de 1ste van Limburg), ook wel kooiaap genoemd, die achter de vrachtauto wordt gehangen en volle pallets kan laden en lossen.
Het almaar groeiende transportbedrijf was opzoek naar een snellere manier voor het laden en lossen van de vrachtauto’s. Daarnaast beschikte een groot deel van de klanten niet over laadperrons/laadbordessen wat het laden en lossen beïnvloedde. Al snel kwam men terecht bij de firma KooiAap uit Friesland. Hier werd in 1976 een meeneemheftruck gekocht (de 1ste van Limburg), ook wel kooiaap genoemd, die achter de vrachtauto wordt gehangen en volle pallets kan laden en lossen.
Vanaf 1979 begon de 3de generatie (Wim, Lamby, Louis, Paul en Theo) officieel mee te werken in het bedrijf. Deze personeelsuitbreiding zorgde voor aanschaf van nieuwe vrachtauto’s en aanhangwagens die door de jaren heen regelmatig vernieuwd werden.
Door het uitbreiden van de agrarische distributie werd in 1996 overgestapt op de zogenaamde ‘zit kooiaap’. Deze meeneemheftruck is sneller in zijn bewegingen en geeft de chauffeur een droge en veilige zitplaats. Ondertussen is iedere combinatie voorzien van een meeneemheftruck.
Om de efficiëntie van de transporteenheden te verhogen is in 1997 de eerste combi voorzien van een laadbak wisselsysteem. Op deze manier kan snel gewisseld worden tussen een kiepbak voor los gestorte agrarische producten en een tautliner voor de overige werkzaamheden.
Inmiddels zijn drie transporteenheden voorzien van dit unieke wisselsysteem.
Door het uitbreiden van de agrarische distributie werd in 1996 overgestapt op de zogenaamde ‘zit kooiaap’. Deze meeneemheftruck is sneller in zijn bewegingen en geeft de chauffeur een droge en veilige zitplaats. Ondertussen is iedere combinatie voorzien van een meeneemheftruck.
Om de efficiëntie van de transporteenheden te verhogen is in 1997 de eerste combi voorzien van een laadbak wisselsysteem. Op deze manier kan snel gewisseld worden tussen een kiepbak voor los gestorte agrarische producten en een tautliner voor de overige werkzaamheden.
Inmiddels zijn drie transporteenheden voorzien van dit unieke wisselsysteem.
Sinds 2002 is Brassé Transporten GMP gecertificeerd door de organisatie Productschap Diervoeder voor het vervoeren van los gestorte granen en diervoeders.
Sinds de start van Brassé is er natuurlijk veel meer veranderd dan in deze beknopte tekst is beschreven. Brassé Transporten heeft zich met drie generaties vanuit een eenmanszaak opgebouwd tot een volwaardig v.o.f. met dagelijks diverse transporteenheden op de Nederlandse, Belgische en Duitse wegen.